De derde generatie
In München zijn ze blij met de X1 die toch wel als een van zijn bestsellers mag gerekend worden. Niet onlogisch als steeds meer mensen een sedan of een ‘break’ links laten liggen en kiezen voor een (compacte) SUV. En compact, dat kan je de X1 alleszins niet meer noemen. Daar waar met name de eerste generatie nog een niet zo mooie uit de kluiten gewassen 1-reeks op het platform van de 3-Serie Touring was, de tweede het al iets beter deed qua looks, doet de derde en nieuwe generatie het een stuk beter, zeker als je hem, net als onze testwagen, uitgerust hebt met het M-Sport-pakket.
Je hebt de BMW X1 in verschillende versies, van diesel naar benzine tot phev naar 100% elektrisch (iX1) variërend tussen 136 en 326 pk (30e). Wij gingen aan de haal met de X1 xDrive 23i, de strafste, op de PHEV’s na, benzinemotor. Deze mildhybride, met een zelfopladende batterij van 48 volt, genereert tot 218 pk (en 360 Nm koppel) met dank aan de batterij die tijdelijk zo’n 19 extra pk’s boost of, bij iets minder stevige rechtervoet, het aandrijfgeheel wat efficiënter en zuiniger maakt.
Als we dan kijken naar wat cijfers zien we dat deze X1 met zijn zeventrapsautomaat met dubbele koppeling in 7,1 seconden naar 100 km/u spurt, een topsnelheid heeft van 233 km/u en dit alles regelt met een gemiddeld verbruik van 6,6 liter/100 km… op papier. Wijzelf tikten onze testweek af op een 7,4 liter maar eerlijk is eerlijk, heel zuinig zijn we er niet mee omgesprongen. Toch, voor een vierwielaangedreven 1,7 ton zware compacte SUV zijn dit best wel goede cijfers.
Gaat bij deze X1 ook BMW’s leuze ‘Freude am Fahren’ op? Wél, de X1 xDrive 23i is, vooral in ‘Sport’-stand dynamisch, vlot en comfortabel maar om er ook sportief aan te koppelen, dat lijkt ons een brug te ver. Sturen gebeurt accuraat, de ophanging staat strak en de remmen zijn goed gedoseerd maar om een rondje over Spa te bolderen zou het iets scherper en krachtiger mogen. Maar ja, dit is natuurlijk geen M-model om over het circuit te jagen maar wel om (lange) afstanden te malen in het dagdagelijkse verkeer, daar waar comfort koning is en laat dat ook zijn habitat zijn.
Binnenin is er ruimte genoeg, bieden de stoelen een goede steun en is het vooral erg stil. Het infotainmentsysteem is typisch BMW al is de iDrive-controller op de middenconsole verdwenen. Als doorwinterde BMW-rijders (we rijden zelf met de 4-Serie Gran Coupé) een aanpassing want blindelings door het menu scrollen is er niet meer bij en steeds het 10,7 inch grote touchscreen bedienen tijdens het rijden is niet altijd zo efficiënt. Toch, let je even niet op zijn er rijhulpmiddelen genoeg om het geheel onder controle te houden of je op zijn minst te waarschuwen.
Kostprijs van dit alles? Een BMW X1 heb je al vanaf 38.500 euro (sDrive18i) maar deze versie kent een vanafprijs van 48.650 euro. Vink daar nog wat extra opties aan en je komt al direct een pak hoger uit. Onze testversie, en volledig uitgerust, tikte af op een goede en toch wel stevige 64.000 euro.
Conclusie
Hoewel hij zeker één van de plezantste X1’s is zal deze versie niet echt de voorkeur genieten van de gemiddelde bezoeker van een BMW-showroom. Daarvoor is zijn prijs (voor particulieren) best hoog en ook professionelen zullen twee keer nadenken daar de WLTP-uitstoot aan de hoge kant is en boekhouders eerder de PHEV’s, zolang deze nog een beetje fiscaal interessant zijn, of de 100% elektrische iX1 voorstellen. Toch, voor zij wie geld en boekhouders geen issue zijn en een compacte, leuke SUV willen, zij zullen met deze X1 xDrive23i verre van bedrogen worden.
