De (bijna) instapper
Het werd geen eerste kennismaking met de 2-Reeks Coupé, zo namen we in december al eens de M240i mee, de op één na krachtigste variant achter de ondertussen gelanceerde BMW M2. Nu gingen we aan de haal met de bijna instapper oftewel na de 156 pk sterke 218i de braafste van de klas, de BMW 220i Coupé. Maar is het braaf? En kan je je er evengoed mee amuseren? Wél, hier is, wat ons betreft, het antwoord.
Op eerste zicht is er niet zo heel veel verschil te merken. De dubbele uitlaat is rond in plaats van rechthoekig en we missen, in vergelijking met de M240i een paar subtiele (bronzen) M-dingetjes. Toch blijft hij met zijn brede wielkasten en agressieve snuit minstens even stoer.
Wat gelukkig overeind is gebleven, is dat deze instapper beschikt over achterwielaandrijving. Op de xDrives na, die gaan voor vierwielaandrijving, standaard op de 2-Reeks. En mogen we dit met gejuich onthalen als je weet dat ze hier niet het voorbeeld van de 1-Reeks, met voorwielaandrijving, volgen. Trouwens, ook het onderstel komt, in tegenstelling tot het verleden, niet meer uit de 1-reeks, die leent hij nu van zijn grote broer, de 3-Reeks. Ook het interieur lijkt uit de 3-reeks geplukt en voorziet je van alle comfort (op de ruimte op de achterbank na) en veiligheidssnufjes die je nodig hebt, ook als we gaan kijken naar het, ondertussen door ons gekend, infotainmaintsysteem. Dit is zoals steeds intuïtief en makkelijk hanteerbaar. Hoewel hij ‘kleiner’ lijkt, is hij wel met 8 centimeter gegroeid ten opzicht van zijn voorganger. Iets wat je ook binnenin voelt. Voor puristen misschien wel een minpuntje, de 2-reeks is voorlopig enkel beschikbaar met een automatische versnellingsbak op de M2 na, die ook een handbak in de aanbieding heeft.
Het rijden zelf? Ondanks een pak minder vermogen ten opzichte van de M240i doet deze vierpitter het verre van slecht. Zijn 184 pk en 300 Nm aan koppel doen de achterwielen in 7,5 seconden naar 100 spurten en haalt hij een top van 236 km/u. De vierpitter weegt in verhouding met zijn krachtigere broer, die een zes-in-lijn huisvest, 200 kilogram minder in de neus en dat komt zijn stuurgedrag ten goede. Dat voelt iets preciezer aan al kunnen we er niet om heen, bij het uitkomen van een bocht missen we toch die extra punch of in het algemeen om het allemaal net dat tikkeltje speelser te maken. Maar hé, een verschil van 190 paardjes moet natuurlijk ergens zitten… en dan hebben we het nog niet eens over jouw portefeuille. Dus voor we te kort door de bocht gaan, de 220i Coupé kan de BMW-rijder gerust stellen: die Freude am Fahren is met deze daily driver met dank aan zijn scherp randje gewaarborgd.
Wel wat artificieel is het geluid. In Sport-modus wordt deze wat gepimpt via de speakers. Jammer? Tja, zolang we leven in een wereld waar de Greta’s het meer voor het zeggen krijgen, gaan we hiermee moeten leven vrezen we. En nu we toch over het klimaat hebben, qua verbruik kunnen we de 220i Coupé oké noemen. Ok, we duwen wel eens graag door maar we kunnen er niet omheen, we hebben al zuinigere exemplaren met een soortgelijke motorinhoud meegerist, tegelijk ook al een aantal die dorstiger waren. Met een gemiddeld testverbruik van 7,8 liter per 100 kilometer blijft hij wel wat weg van zijn WLTP-normverbruik (6,3 liter/100 kilometer)… maar zoals eerder gezegd, wij zijn niet bepaald de juiste referentie hier.
Wat kost hij? De 2-reeks Coupé begint bij 40.250 euro (218i). Ons testmodel, de 220i Coupé begint bij € 43.750. Die prijs kan nog aardig oplopen daar ze bij BMW wel gekend staan voor hun eindeloze optielijst. Toch blijft het een kleine 15.000 euro goedkoper is dan de krachtigere zescilinder, de M240i.
Conclusie
De 220i Coupé is een uitstekende, dynamische en lekker sturende BMW die, als je de achterbank niet veel nodig hebt, een mooi compromis levert tussen comfort en sportiviteit. Zijn achterwielaandrijving houdt het speels al missen we, verwende nesten we zijn, soms toch een beetje extra punch. Zo is wat ons betreft, sorry voor de 218i, de 220i wel de minimum en dus wat ons betreft de echte instapper. Geen losbandige machine maar wel een degelijke en als premium in de markt gezet, ook best redelijk geprijsde coupé die lief blijft voor zijn setje rubber maar tegelijk elke keer als een hongerige vos op zoek is naar dat lekkere kippetje, zijnde die volgende bocht.