Begin deze maand verscheen de debuutplaat van de Merdan Taplak Orkestar. Muzikale duizendpoot Taplak nam de traditionele Turkse volksmuziek uit zijn jeugd als basis en goot er een elektronisch sausje over. Het resultaat is verbluffend. Een leuke kruisbestuiving tussen de Tomorrowland-scene en de Turkse en oriëntaalse muziekscene. Afgelopen zomer speelde de band al een aantal shows om op te warmen, de komende maanden komt het Orkestar op kruissnelheid. De plaat is het persoonlijke verhaal van Merdan. Je voelt dat hij er met hart en ziel aan werkte. Tijd voor een babbel!
Hoe kijk je terug de making of van het album?
Wat ben ik blij dat die plaat eindelijk uit is! Het was een énorm lang proces, dat veel tijd en energie van me gevraagd heeft. Het eerste idee om de plaat te maken ontstond al in 2016, en concreet heb ik er vijf jaar over gedaan om ze helemaal af te werken. En toen de plaat dan klaar was, was er de coronacrisis natuurlijk. En nadat die was gepasseerd, ontstond er veel financiële onzekerheid in het cultuurlandschap door de subsidiepolemiek en door de inflatie. Het zijn momenteel heel onzekere tijden om muziek te maken, vind ik. Een album releasen is voor een artiest ook altijd een eindpunt, terwijl het voor het publiek eerder een nieuwe kennismaking is. Je moet de plaat bij release natuurlijk ook promoten en zoveel mogelijk in de schijnwerpers zetten, want het zou zonde zijn om ze geruisloos te laten passeren. Dus laat ons zeggen dat het me bloed, zweet en tranen heeft gekost. En geld (lacht).
Waarom koos je ervoor om Turkse volksmuziek uit je jeugd elektronisch te herwerken?
Echt een keuze was dat niet, het onderwerp diende zich aan en het proces begon zich spontaan te voltrekken, eigenlijk. In 2016 begon ik aan de Academie van Berchem met het spelen van de baglama, het Turkse snaarinstrument bij uitstek. Ik ken dat instrument natuurlijk al heel mijn leven en ik ben dol op de klank, maar tijdens mijn jeugd had ik er nergens toegang toe. Op de muziekscholen in Vlaanderen kon je destijds enkel de klassieke, Westerse instrumenten leren bespelen. Dat is gelukkig geleidelijk aan het veranderen. Het is via het bespelen van dit instrument, dat al die prachtige Turkse volksmuziek opnieuw tot mij kwam. Mijn leraar, Serdar Demirbas, dompelde me helemaal onder in die wondere wereld van de Turkse volksmuziek, en natuurlijk moest ik die muziek me eigen maken. Geen betere manier om ze te herinterpreteren en er dansvloerbommetjes van te maken.
Hoe moeilijk was dat proces?
Er zijn een aantal hindernissen, wat betreft de instrumentatie en het klankensysteem. Het Turkse muziekstelsel heeft bijvoorbeeld meer muzieknoten dan het Westerse, de zogenaamde kwarttonen, dus op de klassieke Westerse instrumenten én op zowat alle standaard muzieksoftware kan je die extra muzieknoten niet spelen. En dan is het ook nog eens een kwestie van de juiste muzikanten bij elkaar te krijgen. De coronacrisis woedde volop, dus je kon niet zomaar met zijn allen in de studio kruipen. Dus veel van de muziek heb ik alleen vanachter mijn laptop gemaakt, met mijn baglama ingeplugd in mijn geluidskaart. Zo heb ik dan de verschillende opnames gedaan, gespreid over weken en maanden. Om dan nadien naar de studio te trekken van Roel Poriau, die de plaat mee geproducet heeft. Bij hem hebben we dan de laatste aanpassingen gedaan en alles afgemixt.
Hoe is het voor jou om de songs live te brengen?
Zalig! (lacht) Het is altijd kicken om zo’n nummer, dat eerst enkel in de studio bestaat, tot leven zien te komen op een podium. Bovendien wordt er live ook altijd nog wat aangepast, aan de structuur bijvoorbeeld, of we maken plaats voor een solo. Zelf vind ik het nooit echt boeiend als een band live gewoon droogjes de muziek aframmelt. Ik vind het cool dat er live wat variatie opzit, en bovendien moet het voor jezelf ook interessant blijven hé. En tijdens onze set brengen we ook altijd wat van onze oudere werken, zodat de klank fris blijft voor iedereen.
Hoe blik je terug op je eigen stage op Tomorrowland, die “Haydi” genaamd werd?
Daar heb ik heel fijne reacties op gekregen. Toch niet evident om op een dj-festival met live muzikanten een show in elkaar te steken. De cultuur op een dj-festival is namelijk helemaal anders dan op een eerder klassiek festival, dus het was best een uitdaging. Maar geweldig dat een organisatie als Tomorrowland open staat voor zo’n kruisbestuivingen. Het is en blijft een fantastische plek om te vertoeven, zeker in de backstage (lacht).
Dit bericht op Instagram bekijken
Welk persoonlijk verhaal zit er achter de plaat?
Deze plaat werd een niet enkel een muzikale ontdekkingstocht, maar het was ook een zoektocht naar mijn eigen muzikale identiteit. Turkije is een uitgestrekt land, en de volksmuziek is een lappendeken van invloeden van oost en west. En als je daar dan nog eens een elektronisch sausje over giet, wordt het allemaal nog boeiender natuurlijk. Zo leerde ik tijdens het maken van de plaat, dat mijn vader afkomstig is uit de Turkse Abdal-gemeenschap. Dat is een bepaalde gemeenschap in Turkije, die gekend is om hun oorspronkelijk nomadische levensstijl. Ze zijn gekend als zeer muzikaal, en ze verdienen geld door muziek te maken op volksfeesten en huwelijken. Deze plaat heeft me dus ook meer geleerd over mijn afkomst.
Welke ambities heb je met de cd?
De muziek die ik maak is eerder een nichegenre, dus ik mik niet meteen op het grote publiek. Ik lijk ook altijd muziek te maken die zich nestelt tussen de vakjes: zo is de plaat niet elektronisch genoeg voor de clubs denk ik, maar het is zeker ook geen pure ‘wereldmuziek’. Moeilijk om daar een etiket op te kleven. Hoewel de plaat eerst en vooral bedoeld als een persoonlijk project, wil ik ze natuurlijk wel zoveel mogelijk in de schijnwerpers te zetten om te tonen hoe cool die Turkse volksmuziek eigenlijk wel is. Voorlopig zijn de reacties heel positief.
Hoe ziet de zomer er uit voor jou?
We zijn volop aan het repeteren en experimenteren, om ons klaar te stomen voor de festivals. In mei beginnen we eraan, met enkele fijne festivals om op te warmen. En dan zijn we deze zomer op kruissnelheid om overal de boel op te poken. Hier en daar komt er ook een buitenlands festival aankloppen, dus de kans bestaat dat we ook wat over de grenzen gaan spelen. Wij hebben er in ieder geval veel zin in!
Tekst en Interview: STEVEN VERHAMME
Foto’s:“Behangmotief”
Artwork: Anne Caesar Van Wieren