Onlangs verscheen het nieuwe, titelloze album van Marble Sounds. De singles ‘Quiet’, ‘Never Leave My Heart’ en ‘Axolotl’ kende u al van de radio, de hele plaat zal u vast en zeker nog meer raken. Pieter Van Dessel leverde immers zijn beste worp af waarbij sfeer centraal staat. U wordt muzikaal betoverd zonder dat u het beseft.
Vanwaar de keuze om geen titel aan je plaat te geven?
Tijdens het maken van de plaat had ik al het gevoel dat dit een titelloze plaat moest worden. Het was nu of nooit, later zou die kans zich niet meer aandienen. Dat speelde door mijn hoofd. Mijn nieuwe platenbaas had hetzelfde idee, we zaten op dezelfde golflengte. Voor mij is dit een bijzondere plaat omdat ze voelt als een debuut. Muzikaal heb ik een periode afgesloten, ik wou tabula rasa maken. Ik heb alles dat nog op mijn schap lag weggedaan. Ik heb ze niet in de vuilbak gegooid, maar op mijn twee EP’s met outtakes geplaatst. Wel ben ik from scratch herbegonnen. Het was als een frisse start voor mij.
Het is een plaat die veel emoties oproept. Hoe slaag je daar telkens weer in?
Ik kan je geen recept geven (lacht). Wel dat ik nooit overhaast te werk ga bij het maken van platen. Soms komen dingen ook wel vrij snel, ik laat het qua inspiratie ook een beetje op zijn beloop. Ik heb voor deze plaat meer op de piano gecomponeerd, want ik wou iets meer weg van de bandformule, ook al gaan we de plaat spelen met full bezetting. Tijdens de opnames zijn er geen elektrische bas en gitaar gebruikt, het klinkt minder als een band die speelt. Ik vond het wel boeiend om die weg uit te gaan, ik had vooraf die lijnen uitgetekend. David Poltrock, de toetsenist van De Mens, heeft me daarbij geholpen, hij koos voor de krijtlijnen van piano en ritmes.
Hoe ontstaan die songs van jou? Hoe ga jij tewerk?
Dat kan heel erg verschillen van nummer tot nummer. Het is per song soms compleet anders. Sommige liedjes komen vrij snel, denk maar aan ‘Jacket’, al bij al een vrij eenvoudige song. ‘Priorat’ is een heel andere verhaal. Dat is begonnen met een instrumentale track die onze pianist Brecht Plasschaert me stuurde. Achter mijn computer is die song dan verder gegroeid uit een collage van loops. Jawel, ik ben niet iemand die in het ijle songs zit te spelen op zijn piano. Vaak is het bricoleerwerk (lacht).
Je muziek wordt vaak vergeleken met die van Sigur Ros. Ben je blij met die vergelijking?
Absoluut, ik ben zot van die muziek. Ik steek niet onder stoelen of banken dat er in mijn werk wel degelijk een knipoog zit naar Sigur Ros. Er bestaan ergere vergelijkingen (lacht). Ik wil echter niet de Vlaamse versie van Ijslanders worden. Noem me dus zeker geen kopie, maar stilistisch zijn er zeker overeenkomsten, denk maar aan de inkleding van de nummers.
Ben je vooral een studiomuzikant die graag prutst in de studio of hou je evenveel van het livespelen?
Ik kijk heel erg uit naar de concerten. Daarom ook hebben we veel met de band gerepeteerd. Als ik echter kijk naar mijn concrete tijdsbesteding dan zie ik dat ik toch graag zit te componeren in de studio. Ik ben geen sessiemuzikant, maar wel iemand die dolgraag muziek componeert in de huiskamer. Thuis is echter maar alleen, dus zie ik er altijd graag naar uit om die met anderen live te spelen voor publiek.
Met welk gevoel stap jij op een podium voor een concert?
Ik voel een gezonde stress voor een optreden begint. We hebben in mei op Little Waves gespeeld in C-Mine Genk. Daar hadden we een half uur voor de change over, de tijd tussen twee concerten. Dat was zo stresserend om dan te soundchecken, zeker omdat we ook veel nieuwe songs speelden. Ik was zodanig nerveus omdat het snel moest gebeuren dat we uiteindelijk in het water gegooid werden bij de show. De ontlading nadien was navenant. Op het einde voelde ik me zo opgelucht en emotioneel. Veel stress wordt beloond met veel ontlading nadien.
Naar de buitenwereld zijn singles belangrijk. Hoe moeilijk is het om de juiste nummer tot single te promoveren?
Dat is en blijft nattevingerwerk. Ik vind dat heel moeilijk. Ik had niet gedacht dat er singles op deze plaat stonden maar uiteindelijk hebben we toch nummers gekozen die zijn opgepikt door de radio. ‘Axolotl’ heeft een atypische songstructuur die toch goed marcheerde op de radio. Dat is en blijft erg onvoorspelbaar. Het is tof dat het kan in Vlaanderen. Bij buurlanden is het allemaal veel commerciëler, daar zouden mijn nummers minder gedraaid worden. Daarom sta ik toch af en toe te kijken van de respons.
Jullie spelen ook in Nederland. Hoe groot is de droom om daar door te breken?
Ik heb altijd schrik van te veel ambitie. Ik ben niet niet-ambitieus maar wil dat toch niet overdrijven. We speelden ooit in China, dat was iets dat op ons pad kwam. Dat is fijn, maar die kansen krijg je ook zonder veel ambitie. Ik ben heel gedreven, maar ik laat het ook niet afhangen van die grote dromen. Gewoon de kansen omarmen die we krijgen. ‘Leave a light on’ werd veel gedraaid, maar zelfs dan is het niet makkelijk om een voet aan de grond te krijgen. Ik hoop natuurlijk dat deze vijfde plaat ook wat weerklank krijgt in het buitenland. We hoeven daarvoor niet op wereldtour te gaan, maar ik hoop toch dat we met de nummers de grens zullen oversteken. Het is zeker een plaat die dat zou moeten kunnen.
Tekst en interview STEVEN VERHAMME
Fotos: © Johannes Vande Voorde
Meer info over Marble Sounds? Hier: www.marblesounds.com