Een Belgische Japanner
Zijn ze nu helemaal zot geworden? Een Belgische Toyota? Neen, voor je denkt dat we teveel Belgisch bier in onze kraag hebben gekapt, het klopt wel degelijk want de nieuwe Toyota C-HR (Coupé High Rider) is volledig ontwikkeld in Toyota’s Technical Center en dat ligt in Zaventem. Op zich ook een logische keuze voor Toyota als je weet dat de C-HR vooral een Europese afzetmarkt heeft en Brussel zowat het centrum van Europa is. Het bouwen zelf gebeurt dan weer in Turkije waar ook de batterijen voor het hybride systeem van de band rollen.
Uiterlijk vertoon
Dat de vorige generatie C-HR succesvol was, daar liegen de cijfers niet om. Maar het is niet omdat er meer dan 800.000 exemplaren van verkocht zijn, dat je niets hoeft aan te passen. Het wordt nu allemaal nog dat tikkeltje scherper, moderner, opvallender,… en gewoon beter. Zo is er meer aandacht voor high-tech designaccenten zoals de in de imposante snuit gepleurde led-dagrijverlichting die doorloopt in de zwarte lijnen van de bumper, de hammerhead-snuit en verzonken deurgrepen. Het plaatje met de typeaanduiding achteraan maakt plaats voor een lichtgevende aanduiding tussen de achterlichten.
De wagen is 30mm korter maar ook 35 mm breder gemaakt wat zijn sportievere looks ook kracht bijzet tijdens het rijden. Of dat 3 centimeter inkorten ook gevolgen heeft qua binnenruimte? Vooraan is er ruimte zat. Achteraan is dit iets beperkter maar is het geen probleem om twee volwassenen (zolang ze geen dubbele meter zijn) mee te pakken al is de instap hier misschien niet de meest makkelijke. Maar kan je deze wagen zien als een gezinswagen? Zeker wel als je niet met teveel koffers, buggy’s of andere zaken reist want met een koffer van 388 liter dien je dan enige compromissen te sluiten.
Mooie afwerking
Kijken we verder binnenin zien we een volledig digitaal instrumentenpaneel en een groot en fraai centraal en intuïtief makkelijk hanteerbaar aanraakscherm wat tevens gekoppeld kan worden met je Apple of Android smartphone. Ook handig de enkele nog beschikbare fysieke knoppen zodat je niet al te hard door menu’s moet scrollen om snelle eenvoudige zaken te bedienen.
Alles binnenin is degelijk en duurzaam afgewerkt en leunt eerder bijna aan bij Lexus dan bij Toyota. Mooi! Ook de stoelen zijn van goede makelij en bieden je voldoende steun en comfort zodat ook lange ritten geen enkel probleem vormen. Ook hier dus een geslaagde transformatie.
Kijken we onderhuids, dan vinden we, in ons testmodel, een 140 pk sterke 1,8 liter hybride motor terug. Voldoende voor het dagelijks gebruik al mag je hier geen grootse sportieve prestaties verwachten in spurtjes, hernemingen,… maar hé, daarvoor is hij ook niet ontwikkeld. Zo houdt deze hybride jongen niet van te hoge toeren en dat laat hij dit horen. Op andere momenten is hij vrij stil en duw je hem niet onnodig op de staart, blijft hij laag in toeren wat zijn comfort, verbruik,… allemaal ten goede komt. Toch is er ook wel rijplezier te noteren met dank aan een uitstekende automatische CVT-versnellingsbak, nauwkeurige besturing en een perfect uitgebalanceerd onderstel en vooral dan zodra je hem in Sport-modus hebt gezet. Voor de cijfermannetjes onder ons, een spurtje naar 100 legt hij af in 9,9 seconden en hij klokt af op een topsnelheid van 175 km/u.
Het verbruik dan? Wij klokten af op een erg respectabel cijfer van 5,1 liter/100 km, oftewel zo’n 0,4 liter meer dan de WLTP-cijfers die de Japanners ons meegaven. We hebben al veel slechtere cijfers opgemeten als we het onze rechtervoet vragen.
Conclusie
Een tof beestje met leuke looks die met een (weliswaar tijdelijke) instapprijs van 32.830 euro comfort, rijplezier en zuinigheid combineert en zo misschien wel de gezinswagen in de garage kan zijn naast de Supra van de papa.