Wanneer groot nog niet groot genoeg is…
Over de geschiedenis van de Land Rover Defender kunnen we kort zijn. Die hebben we al eens helemaal uit de doeken gedaan toen we het iets kleinere broertje, de Land Rover Defender 110, al eens aan een test onderworpen. Toen, de P400e, een plug-in hybride met een systeemvermogen dat 404 raspaardjes deed hinniken. Onder het motto ‘Size does matter‘ gaan we nu voor de imposante Land Rover 130 D300 in het heerlijke Pangea Green met wit dak. Jawel, ondanks verguisde blikken van Greta’s en andere bakfietsliefhebbers… een heerlijke drieliter zes-in-lijn diesel. En de niet Greta’s… die zagen dat het goed was. De goedkeurende knikjes onderweg waren gedurende onze testweek niet meer bij te houden. Ze bestaan dus nog, de liefhebbers van iconische auto’s.
‘Size does matter?’ Tja, ze zeggen wel eens: ‘het is niet de grootte dat telt, wel wat je ermee doet‘. We kunnen het beamen. Met deze gigant rij je best, mét hulpmiddelen, een parkeerplaats voorzichtig in en vermijd je best smalle, vochtige, ondergrondse parkeergarages. Voor dat laatste is hij met zijn 5,10 meter gewoon te groot. Tel je ook het reservewiel achteraan nog mee, dan komen we zelfs op een totale lengte van 5,36 meter.
Het verlengde koetswerk zorgt er meteen voor dat je met een pak vrienden op de lappen kan, acht inclusief onze Bob. Al is het wel een kunststukje voor de drie helden die zich op de achterste zitrij willen posteren. Daar geraken ze enkel door de middelste zitrij naar voor te klappen. Onze tip? De drie kleinste. Toch biedt de laatste rij ruimte genoeg voor een comfortabele en eventueel lange rit.
Alle zitrijen uitgesteld biedt de kofferruimte nog 389 liter. Gooi je echter de achterbank plat, dan stijgt het volume tot wel 1.232 liter. Gooi je echter alles neer, dan heb je zelfs 2.291 liter ter beschikking. En over ruimte gesproken, ook vooraan heb je plaats zat en biedt de Defender nog tal van grote en diepe opbergvakken waar je je spullen kan opbergen. En nu we toch bezig zijn over het interieur, dat ademt Land Rover. Toch een pak luxueuzer dan wat we van een oeroude Defender verwachten. We zien een mooie afwerking met sportieve accenten in het gebroken wit, de kleur die we ook op het dak terugvinden.
Uiteraard kunnen ook nieuwe technologische snufjes niet ontbreken en vinden we een handig, intuïtief en kwalitatief hoogstaand infotainmentsysteem terug met als hart een 11,4-inch Pivi Pro-touchscreen dat we ook al terugvinden in de 110. Handig zonder meer en het systeem is zelfs zo slim dat het ‘gewoontes’ herkent en je hierin begeleidt. Woon-werkverkeer of elke donderdagavond een rit naar de sportclub? De navigatie zal je de snelste of kortste rit voorstellen. Deze vorm van intelligentie is natuurlijk niet nieuw, mensen die een iPhone hebben, hebben dit ongetwijfeld ook al kunnen ervaren.
Als we even onderhuids gaan kijken biedt Land Rover de Defender 130 aan in verschillende zescilinders, zowel benzine als diesel en mét mild hybride (48V) ondersteuning. Die laatste voedt zich door energie dat vrijkomt door het remmen of uitbollen op te slaan. Energie die later dan gebruikt kan worden en zo uiteindelijk het brandstofverbruik moet drukken. Het gamma bestaat uit een benzineversie (P400) en twee diesels (D250 en D300) waar het getal staat voor het vermogen. Wij gingen aan de haal met die laatste, een 300 pk-sterke diesel.
De 300 pk en 650 Nm koppel sterke krachtbron doet het gevaarte in 7,5 seconden naar 100 jagen en kent een topsnelheid van 191 km/u. De ZF-achttrapsautomaat doet perfect zijn werk en zorgt voor soepele overgangen. Toch is deze zescilinder niet vies om af en toe eens goed in de toeren te gaan en zijn brute uiterlijk ook geluidsmatig wat kracht bij te zetten.
Of de grootte ook parten speelt in zijn rijgedrag? Neen! Hij stuurt vlot en accuraat en De Het AWD-systeem houdt alles netjes in het gareel, zowel op de weg als offroad. Ook de sneeuw, waar we tijdens onze testweek een beetje op hoopten, vormden geen probleem, meer zelfs… het maakte het allemaal nog net dat extra tikkeltje plezant. Het is en blijft dus ook een echte offroader. Elk putje, oneffenheid,… wordt vakkundig weggefilterd door de elektronische adaptieve luchtvering. Zelfs een riviertje tot 90 centimeter passeer je moeiteloos. ‘Offroaddingen’ die je perfect kan volgen en controleren via het Terrain Response-systeem van Land Rover.
Het verbruik? Ondanks op papier 8,9 liter/100 km (WLTP) zou moeten kunnen, lag ons verbruik iets hoger en klokten we af op 10,2 liter/100 km. Iets wat ook wel aan onze rijstijl en offroad-uitjes zou kunnen gelegen hebben natuurlijk.
Quanta costa? De Land Rover Defender 130 is er al vanaf 89.500 euro (D250 SE). De D300 start vanaf 94.200 euro. Ons testexemplaar tikte af op een dikke 111.000 euro. Het grote nadeel van de 130? Aangezien we vermoeden dat de prijs eerder zakelijke dan particuliere klanten zal aantrekken is het zakelijk gezien, fiscaal dan, geen cadeau, integendeel. Zo is er (voorlopig?) geen plug-in hybride of elektrische versie.
Conclusie
De Defender 130 is een heerlijke, opzichtige machine die zowel op de weg als offroad als een koning bolt. De blikken zeggen genoeg, mensen kijken op, knikken goedkeurend op hier en daar die ene groene bakfietser na. Parkeren is een kleine ramp, zeker in de stad maar hé… wie zegt dat je met deze icoon in de stad moet zijn? Het terrein, daar moet je zijn. En dat doet hij geweldig. Goedkoop is hij niet en fiscaal zijn er vriendelijkere alternatieven maar is dat niet zo’n beetje met elke geweldige auto? Duur en gehaat door fiscalisten en boekhouders? Voilà… hij staat in het juiste rijtje.