De elektrische hot hatch die wél ballen heeft
Elektrische wagens: ze zijn razendsnel, efficiënt, stil… en even prikkelend als een fles Coca-Cola Zero die met de stop open twee uur in de zon heeft gestaan. Maar gelukkig is er Alpine, het Franse sportieve neefje van Renault, dat met de A290 bewijst dat rijplezier niet hoeft te verdwijnen nu we geen uitlaatgassen meer mogen uitblazen.
De A290 is eigenlijk de sportieve interpretatie van de nieuwe Renault 5, maar dan met een flinke shot testosteron. Alpine wil zich profileren als het lifestyle- en funmerk van de Renault-groep – en eerlijk, dit is de eerste elektrische hatchback die niet voelt alsof hij speciaal ontworpen is voor yoga-instructeurs en boekhouders, iets wat je onze Vintage Martini Driver geen twee keer hoeft te zeggen en als eerste klaarstond om de sleutels in zijn racepak te steken.
Design: compact gespierd
Aan de buitenkant zie je meteen dat dit geen gewone EV is. Breder dan de Renault 5, stoerdere bumpers, dikke schouders achteraan en vooral die iconische vierledige lichtsignatuur die knipoogt naar Alpine’s race-DNA. Tel daar 19-duims performancevelgen en exclusieve kleuren als het knetterblauwe Bleu Alpine Vision bij, en je hebt een EV die niet vraagt, maar eist om bekeken te worden.
Interieur: F1-speeltje meets daily driver
Binnenin geen futuristisch ruimteschip, maar een cockpit die rijders aanspreekt. Digitale tellers, een strak infotainmentscherm en een sportief middenconsole met knoppen in plaats van een brave pook. De sportstoelen zitten laag en stevig, het dikke stuur voelt alsof je in een A110, die we hier al eens meeritsten voor een toffe Alpenrit, zit.
En dan is er die rode ‘OV’-knop (nee, niet van ‘openbaar vervoer’): een overtake-functie die tijdelijk extra vermogen vrijgeeft, compleet met videogame-animatie op je scherm. Pure gimmick? Absoluut. Fun? Zeker weten. Voeg daar de RCH-knop bij om de regeneratie van je remmen te regelen en je hebt een speelgoedje dat je stiekem elke dag wil gebruiken.
Motorisch: twee smaken, altijd fun
De A290 komt in twee versies: 180 pk voor de brave jongens, of 220 pk, ons testmodel, voor wie z’n rijplezier niet in de eco-stand zoekt. Beide hebben dezelfde 52 kWh-batterij en een theoretisch rijbereik rond de 380 km. In realiteit moet je rekenen op zo’n 300 km – tenzij je elke bocht aanvalt alsof je Pierre Gasly bent, dan sta je na 150 km weer aan de laadpaal.
0 naar 100 gaat in 6,4 seconden. Niet supersnel naar EV-normen, maar Alpine mikt niet op rechte-lijn-geweld. Dit is een auto die wil spelen, die je met zijn scherp stuurgevoel en levendige onderstel uitdaagt om nog net iets harder door de bocht te gaan. Een mechanisch sperdifferentieel helpt je daarbij in de GTS-versie, en dat voel je.
Gewicht: de echte troef
Met z’n 1.470 kilo is de A290 een pluimgewicht onder de EV’s. Dat merk je meteen in bochten: hij voelt lichtvoetig, strak en betrokken. Je kan hem makkelijk in een flow rijden – gas los, insturen, weer oppakken – en de achterkant danst subtiel mee. Vergeet de steriele EV’s, dit is weer écht autorijden.
Minpunten? Uiteraard
Achterin is het krap – kinderen oké, volwassen vrienden niet blij. De koffer van 326 liter is meer citytrip dan IKEA-run. En snelladen gaat maar tot 100 kW, dus verwacht geen Tesla-taferelen aan de laadpaal. Maar eerlijk: dat vergeef je ‘m allemaal zodra je het stuur vastpakt.
Prijskaartje
De A290 start vanaf 38.700 euro, maar voor de GTS met 220 pk en sperdiff tel je 44.700 euro neer. Is dat veel geld? Misschien. Maar voor een elektrische hot hatch die emotie boven spreadsheets plaatst, vinden wij dat een koopje.
Conclusie
De Alpine A290 is geen compromis, maar een statement: elektrisch rijden hoeft niet saai te zijn. Hij bewijst dat emotie en rijplezier ook zonder benzine en uitlaatgassen kunnen bestaan. Het is de auto waarmee je de dagelijkse files nét iets leuker maakt en waarmee je in de Ardennen plots begint te geloven dat je rally-DNA in je bloed hebt.
En dat is precies wat Alpine wilde: een elektrische hot hatch die je niet koopt omdat je moet, maar omdat je er zin in hebt.
Foto’s: Renée Zwijsen