Jarenlang was Freddy Loix (53) het boegbeeld van de Belgische rallysport en schitterde zowel in het nationale, Europese als wereldkampioenschap met de snelste bolides van dat moment. In 2016 hing de Limburger de helm aan de haak en stortte zich in het zakenleven. Met evenveel succes, want sedert 2018 bouwde Freddy Loix Aston Martin Brussels uit tot een van de meest bloeiende vestigingen in Europa. Daar gingen we even op de koffie.
Freddy Loix is een van de monumenten van de Belgische rallysport, die rond de eeuwwisseling op internationaal vlak het pad effende voor de huidige generatie piloten, zoals Thierry Neuville die nu op een zucht van een eerste wereldtitel is. Loix heeft zijn racepak intussen al even opgeborgen en volgt nog steeds met interesse de prestaties van de nieuwe generaties, terwijl hij volop bezig is met de ontwikkeling zijn tweede carrière als zakenman. De Limburger is tegenwoordig manager van Aston Martin Brussels, het grootste Belgische dealership van het Britse prestigemerk met klanten van over het hele land en ook ver daarbuiten.
De voormalige rallykampioen ontvangt me in zijn kantoor met de gulle glimlach die hem altijd al heeft gekenmerkt. Freddy Loix is nog steeds de sympathieke knul die vroeger de rallyfans in vervoering bracht met zijn stuurmanskunsten, maar nu met evenveel passie zijn bedrijf runt.
Het lijkt een hele stap van rallyrijder naar manager van een premium dealership. Hoe kwam je daartoe?
Eigenlijk zat dat al lang in mijn hoofd en ook tijdens mijn rallycarrière zette ik al mijn eerste stappen in het zakenleven. Onder meer met de bouw en verhuur van woningen in Zuid-Frankrijk waar ik toen woonde. Voor mezelf had ik echter al uitgemaakt dat ik achteraf iets wou ondernemen in de autowereld, waar mijn ware passie ligt. Vergeet niet dat ik mijn professionele loopbaan begon in de garage van ouders in Millen. Via mijn contacten kon ik met enkele investeerders het project voor de overname van het dealership van Aston Martin in Brussel realiseren. Ondertussen bouwden we hier in Zaventem in 2022 een nieuwe showroom naast de werkplaats en groeiden we uit tot een van de grootste premium dealers van het merk in Europa. We verkopen zowel nieuwe wagens, verzorgen de aftersales, hebben een ruim aanbod van gebruikte wagens en bieden ook een specifieke service voor oldtimers waar heel wat vraag naar is.
Ondertussen draaien de zaken dus goed?
Jazeker, ik mag niet klagen. De voorbije jaren hebben we hard gewerkt om het bedrijf om te vormen en verder te laten groeien. Daarvan zien we nu de resultaten. Ons team telt 10 medewerkers, we hebben een nieuwe infrastructuur volgens de normen van Aston Martin en jaarlijks leveren we zo’n 60 wagens, wat in dit segment meer dan behoorlijk is.
Reiken de ambities nog verder? Met een hogere verkoop of met andere merken?
Ambities koesteren we uiteraard, maar eerst moeten we deze positie consolideren en geen stappen overslaan in de ontwikkeling van het bedrijf. Dat lijkt me het verstandigste. Noteer dat Aston Martin Brussels al een goede 70 procent van de Belgische verkopen voor zijn rekening neemt, wat ons al zeer tevreden stemt. Een bijkomende troef is dat ik ook heel wat klanten uit het buitenland aantrek. Dat is een gevolg van mijn professionele relaties en de goede reputatie van onze aftersales, wat zeker voor een premium merk als Aston Martin zeer belangrijk is.
We blijven ons enkel op Aston Martin concentreren. Onze investeerders hebben wel garages van andere merken in hun portefeuille, waar we geïnteresseerden altijd kunnen naar doorverwijzen. Maar deze locatie blijft exclusief voorbehouden aan Aston Martin.
De autosector staat een verplichte elektrificatie tegen 2035 te wachten. Bij Aston Martin beweegt er op dit vlak weinig. Baart dit je zorgen met die deadline in het achterhoofd?Inderdaad, bij ons heb je momenteel enkel de keuze uit V12 en V8-benzinemotoren. En dat bevalt ons publiek momenteel nog zeer goed met een ruim aanbod, dat weer werd verrijkt met de nieuwe Vanquish of de nieuwe Vantage. Verder doen de Specials Cars, zoals de Valour of de DBR22, het goed, omdat het over zeer unieke voertuigen gaat die de liefhebbers nog steeds weten te bekoren.
Voor nieuwe modellen met een elektrische aandrijving zijn we natuurlijk afhankelijk van het aanbod van de constructeur. Ik ben trouwens benieuwd welke vaart die elektrische transitie uiteindelijk zal lopen, want nu hoor ik al regelmatig stemmen opgaan om dat hele verhaal wat af te remmen of zelfs terug te schroeven. We zien wel hoe het uitdraait…
Even terug naar de rallysport. Tegenwoordig zien we je weer al eens in een rallywagen. Overweeg je een comeback?
Neen hoor! Ik rijd met mijn goede vriend en voormalig tegenstander Pieter Tsjoen inderdaad al eens een wedstrijd in een Skoda Fabia of een Toyota Yaris GR, maar dat is puur voor de fun om ons eens goed uit te leven. Meer niet. Vergeet niet dat ik intussen al de vijftig gepasseerd ben. Nu gaat mijn tijd en energie vooral uit naar Aston Martin Brussels.
Als rallypiloot draaide je ruim 20 jaar mee op internationaal topniveau. Kijk je tevreden terug op je racecarrière?
Jazeker! Ik begon als hobbyrijder uit een klein dorp met weinig middelen en had vooraf nooit durven dromen dat ik tussen de toppers in het wereldkampioenschap zou meedraaien. Aanvankelijk ging het snel en promoveerde ik na een geslaagd debuut met de Opel Astra in het wereldkampioenschap naar een fabriekswagen van Toyota, met meteen een tweede plaats in Portugal in de Celica GT Four. Ook de Corolla WRC lag me zeer goed en ook daarmee eindigde ik opnieuw op het podium. Daarmee waren de verwachtingen van vooral de media misschien wat te hoog en zagen sommigen me al snel wereldkampioen worden. Zelf heb ik dat altijd sterk gerelativeerd Dan volgde een mooie transfer naar Mitsubishi, het team van de toenmalige wereldkampioen Tommi Makinen. Het werden echter enkele moeilijke seizoenen met een wagen die ik lastig te besturen vond, terwijl het hele team volledig rond Makinen draaide. Toch was die periode belangrijk en positief voor mezelf als piloot, omdat ze me gevormd heeft en ik er veel opgestoken heb, waarvan ik later de vruchten heb geplukt.
Na de periode in het wereldkampioenschap heb ik nog sterk gepresteerd in het Europees en Belgisch kampioenschap, waar ik het record van 11 zeges in Ieper, de belangrijkste rally van ons land, heb kunnen vestigen. De laatste jaren van mijn carrière was ik vooral actief als testrijder bij onder andere Volkswagen en Skoda.
Ook belangrijk om te noteren is dat mijn generatie van rallypiloten toch de basis heeft gelegd voor onze opvolgers die van een betere structuur hebben kunnen genieten om hun weg naar de top te vinden. Misschien krijgen we daarvan weldra de bekroning met de eerste wereldtitel van Thierry Neuville.
Het wereldkampioenschap rally doorgaat een moeilijke periode met weinig constructeurs, zodat zelfs voor de toekomst ervan wordt gevreesd. Hoe kijk jij daar tegenaan?
Voor ons als Belgen is het nu natuurlijk een topperiode met de nakende bekroning van Thierry Neuville. Maar verder valt het niet te ontkennen dat het wereldkampioenschap rally in een crisis zit. Er zijn weinig constructeurs aanwezig en nieuwe kandidaten aarzelen en kijken de kat uit de boom door de complexe technologie en de onduidelijkheid over de toekomstige reglementering.
Bovendien is de kloof tussen de klassen WRC1 en WRC2 te groot voor jonge, onervaren rijders, waardoor hun promotie naar de top nu veel moeilijker is. In mijn tijd was het gewoon eenvoudiger. Als je toen met een voortrekker als de Opel Astra goed uit de voeten kon, lukte dat meestal ook aardig met een grotere vierwielaangedreven Groep A, die een gelijkaardig stuurgedrag vertoonde en daarnaast vooral een stuk krachtiger en sneller was. Vandaar dat ik meteen goed scoorde met de Toyota Celica GT Four of de Corolla.
Tekst: Alain De Jong