Een van de ontdekkingen deze zomer is zeker Oyesono. Het begon met Great gigs in the park in Sint-Niklaas om daarna helemaal te ontbolsteren op Rock Zottegem en ontdekt te worden door een groot publiek in Nieuwpoort op het kersverse Beachfestival. De groep rond Billie Leyers en Jasper Maekelberg bracht een paar maand terug haar eerste smaakvolle EP ‘Oh Yes’ uit en lijkt helemaal klaar om België en de rest van de wereld te veroveren. Geen slecht idee als je het ons vraagt.
Dit bericht op Instagram bekijken
Hoe anders is het spelen op grote festivals in vergelijking met de kleine clubs die jullie voordien aandeden?
JASPER : Beachfestival Nieuwpoort was het grootste podium uit onze loopbaan en toch even schrikken, maar vooral superleuk om te doen. Het is zalig dat we zo’n kansen krijgen, zeker voor een band die nog maar net begonnen is. Er was ook een catwalk die Billie heeft gebruikt om tussen de mensen de nummers te brengen. Zo’n groot podium is niet altijd makkelijk om een connectie te maken met het publiek, maar aan zee lukte dat aardig.
Mogen we zeggen dat jullie muziek het best tot zijn recht komt op grote festivals?
BILLIE : In mijn ideaal scenario is onze plaat pure festivalmuziek. Zeker als het donker begint te worden. Het moment dat mensen als wat losser zijn na wat drank of door de warmte. Er is een groot verschil tussen ’s middags en ’s avonds spelen. De sfeerzetting is anders. Het oog wil immers ook wat naast de muziek. Lampjes en rook werken anders overdag (lacht). Jasper heeft natuurlijk al vaker op grote podia gestaan met Warhaus. Tijdens concerten hebben we een soort organisch blikkenspel ontwikkeld waarmee hij me vertelt hoe hij het optreden beleeft. Dat zorgt voor een leuke wisselwerking tussen ons.
Dit bericht op Instagram bekijken
Je stond met Faces on TV al eens als frontman in de spotlights, Jasper. Voelt het met Oyesono helemaal anders aan?
JASPER : Dit is ons project. Ik voel me ook niet echt dé frontman, het is echt wij: Billie en ik als team. In die zin voelt het zeker anders dan met Faces on TV en Warhaus, ook al omdat we een ander soort muziek brengen.
Hoe vervelend vinden jullie het dat jullie groepsnaam vaak verkeerd uitgesproken wordt?JASPER : (lacht) Daar hebben we ons al over gezet. Onbedoeld spreken velen het op zijn Spaans uit en dan betekent het ‘Luister! Geluid’. Even goed voor ons! De Spaanse uitspraak is even mooi en zelfs exotischer, maar wij zeggen O Yes O No.
Dit bericht op Instagram bekijken
Is de familienaam ‘Leyers’ een vloek of een zegen in dit verhaal?
BILLIE : Mensen denken dat alles vanzelf en makkelijk gaat. Ze denken dat die naam zo maar deuren opent, terwijl ik het als omgekeerd beschouw. Er is door muziekliefhebbers die het werk van mijn papa kennen al een beeld gevormd vooraf. Dat is soms jammer. Het zou fijner zijn als ze onbevangen onze muziek zouden beluisteren. Papa heeft me destijds uiteraard veel geleerd en ik ben opgegroeid met alle soorten muziek. Daar ben ik ongelooflijk dankbaar voor. Dus het is zeker niet zo dat ik niet met Soulsister geassocieerd wil worden.
Bij jou is er de voortdurende link met Warhaus of Bazart die je producete. Ook die vergelijkingen werden meermaals al gemaakt.
JASPER : Vergelijken is des mensen, dat zal altijd blijven gebeuren. Ik hou ervan om muziek te maken en doe daarbij mijn ding. Bij alles wat ik produce, zit er een deel van me. Mensen mogen horen dat het mijn stempel is. Of het nu bij Sylvie Kreusch, Balthazar of Oyesono is.
BILLIE : Als je Warhaus hoort in de nummers van Oyesono is dat ook heel logisch, want Jasper heeft ze wel degelijk beide geproducet. Het blijft onze muziek, onze teksten, maar gekleurd met de skills van de man die de songs van Maarten Devoldere of Jinte Deprez mee vorm gaf. Het feit dat ik ook mijn inbreng heb in de producties, die dan weer uit een heel andere hoek komt, maakt het sowieso al heel anders dan pakweg Warhaus of Balthazar.
Dit bericht op Instagram bekijken
Hoe moeilijk is het om in het buitenland voet aan de grond te krijgen?
JASPER : We speelden al wat in Frankrijk en Nederland en gaan later dit jaar in Hamburg spelen. We zien daar naar uit, het zal als nieuw aanvoelen. Doorbreken over de grens is moeilijk voor elke Belgische band. We zijn zo’n miniland in de wereld van de muziek en dus moet je als band op elk vlak investeren.
BILLIE : Het is sowieso plezant, ook in het buitenland. Als we deze zomer vergelijken met de vorige is er al een groot verschil. We zijn pas begonnen en hebben niet zo lang geleden onze eerste EP uit. Het is nog allemaal nog zo vers, maar toch voelt het alsof we continu stapjes zetten.
Hoe ontstaan de nummers bij Oyesono?
BILLIE : Soms vertrekt het van een groove die Jasper bedenkt of van een melodie die door mijn hoofd flitst. Bij elke song is het makingsproces anders, het is telkens ook een eeuwig gepingpong tussen ons beide, tot we alle twee content zijn. Komende vanuit andere muzikale belevingen is er toch een groot draagvlak bij ons als duo die uiteindelijk in nummers uitmondt.
JASPER : We doen alles samen. Ik hou ervan om op zoek te gaan naar instrumenten op rommelmarkten. Dan trek, blaas of klop ik erop en zet er een micro voor. Ik zie dan wel wat er van klank uitkomt en maak daar dan een liedje mee.
Dit bericht op Instagram bekijken
Er zit een grote gelaagdheid in de songs. Hoe breng je die live?
JASPER : We hebben het al de hele tijd over onszelf gehad, maar ons geheime wapen heet Sep François. Hij is de drummer die achter ons staat en alles doet grooven en de boel laat ronddraaien. We zijn erg blij dat we met hem kunnen spelen. Alles kan altijd, hij heeft een breed spectrum en is vooral super getalenteerd.
BILLIE : Er zijn de harde elektronische bassen en stevige drums enerzijds en ook de mondharp, dwarsfluit en het akoestische geroffel aan de andere kant. Dat maakt het allemaal organisch. Die gelaagdheid ontstaat gaandeweg. Elke keer neem ik iets op met mijn gsm en dan voeg ik dat eraan toe. Een nummer is zo altijd in productie. Ik vind het ook moeilijk om dingen weg te gooien. Ik ben altijd gehecht aan het eerste rauwe idee. Mijn vader noemde dat vroeger demo-itis: te gehecht geraken aan de demo (lacht). Veel muzikanten zullen dat ongetwijfeld herkennen. Jasper is meer de schaker die altijd 20 stappen verder denkt.
Dit bericht op Instagram bekijken
Hoe kijken jullie terug op de eerste maanden van de EP ’Oh Yes’?
BILLIE : Ik ben heel blij met de EP. Na de afwerking van de plaat hield ik me bezig met het artwork van de vinyl, en het regisseren van de videoclips: helemaal mijn ding. Ergens vind ik het fijn om het EP’tje vast te houden als fysiek ding, maar dat project is nu helemaal afgerond en het denkproces voor het volgende is al bezig. Ik heb nu al goesting in het vervolg.
JASPER : In oktober gaan we een maand naar Brazilië om er veel te jammen. We zullen wel zien wat er uit komt. Er zal zeker percussie van ginder inzitten en dus zal het zeker dansbaar zijn. De eerste EP voelt als een slaapkamerplaat die we gemaakt hebben tijdens corona. Door de concerten die we speelden, voelen we dat het livegevoel nog meer op de plaat moet te voelen zijn. Daar gaan we werk van maken voor onze tweede worp.
Jullie eersteling is ontstaan tijdens de coronapandemie. Hoe valt het enkele jaren later mee om de songs eindelijk voor publiek te kunnen spelen?
JASPER : We zijn inderdaad toen begonnen met schrijven, maar de EP is toch een stuk recenter gemaakt. Het is zalig omdat onze muziek verbindt en dat zien we tijdens de livegigs. Allemaal samen dansen is toch iets belangrijks voor Oyesono. Het feit dat we dat nu live kunnen doen voelt goed aan en misten we tijdens de pandemie. Elk optreden is ook anders. We zijn de hele tijd nieuwe muziek aan het maken en elke keer spelen we een nieuw nummer of een andere versie van onze songs. De lijntjes zijn voor ons bekend terrein en daar kleuren we dan graag eens buiten.
BILLIE : Het voelt toch als een bevrijding. Eindelijk kunnen we overal onze nummers laten horen. Ik heb tijdens corona meer op mijn kin geklopt dan Jasper omdat ik iemand ben die supergraag uitga om te dansen. Op een podium staan en bewegen op onze muziek voelt aan als op de tafels springen in mijn favoriete danscafé. Ik bevoel me dan vrij en blij (glimlacht). En we blijven onszelf verrassen. Elk optreden brengen we een ietwat andere uitvoering van onze liedjes. Een aantal van die songs spelen we als op de plaat, maar er zitten ook telkens knipoogjes in. Kleine details die voor ons en de fans dan een extraatje zijn. Aan dat soort van details werken we graag. Dat denken we voor we de stage opgaan ‘Wat gaan we vandaag doen voor speciaals?’ Leuk toch?
Op 14 september op Pukema in Puurs. Op 30 oktober spelen ze een eigen show in De Studio in Antwerpen.
Interview door Steven Verhamme
Cover: Oyesono