Het doek eraf!
Hoewel we al wat gecamoufleerde foto’s zagen verschijnen sinds begin dit jaar, zijn nu de allereerste S-versies van de e-tron, zijnde de e-tron S en e-tron S Sportback onthuld. Beestjes die goed zijn voor meer dan 500 pk en waarmee je zijdelings door de bochten kan klieven dankzij de twee elektromotoren op de achteras. Snap je waarom onze aandacht meteen getrokken is?
De S-versies ogen wat scherper en stoerder en zijn met zo’n 5cm breder uitgekast. Verder zijn het een paar typische S-details, zoals de zilveren inzetstukken en spiegelkappen, die het geheel verder aankleden.
Onderhuids vinden we maar liefst drie elektromotoren waaronder twee identieke achteraan. Dit betekent dat achteraan elk wiel zijn eigen elektromotor heeft en dit zonder mechanische link. Deze koppelverdeling zorgt voor een beter gedrag in de bochten en maakt het zelfs mogelijk, weliswaar gecontroleerd, te driften… uiteraard, niet echt de bedoeling op de openbare weg.
Qua power leveren de drie elektromotoren in boost-modus 503 Pk (en 973 Nm koppel). Een bootsmodus dat deze krachtpatser 8 seconden lang kan aanhouden. Ben je na 8 seconden dan uitgespeeld? Tuurlijk niet, dan nog heb je zo’n 435 pk (en 808 Nm) ter beschikking. Dit zorgt ervoor dat je in 4,5 seconden naar 100km/u spurt en dat het pas (of al?) afgelopen is bij 210 km/u.
Nadeel van zoveel extra speelsheid? De autonomie. Daar waar de e-tron (55-versie) nog 446 kilometer kon afleggen voor hij opnieuw stroom moest tanken, kan dit nu in maar 360 (of 365 voor de e-tron S Sportback) kilometer. Plezier heeft zijn prijs, but who cares?
Over prijs gesproken, de vanafprijs bedraagt 97.100 euro. De Sportback kost je net iets meer en daar tel je minstens 99.110 euro voor neer oftewel zo’n dikke 11.000 meer dan de e-tron 55 (Sportback).
We verwachten de eerste exemplaren op onze wegen vanaf de herfst 2020. Tijd voor een testritje?