MenStyle Road Test: Audi RS6 Avant (2020)

“Probably the best car in the world”

Een slogan uit onze mond die kan tellen! Toegegeven, Carlsberg gebruikt deze slogan al een eeuwigheid om hun bier te promoten en als echte Belg moeten we dan niet anders dan even in ons vuistje lachen. Maar als het om de nieuwe Audi RS6 Avant gaat, vinden we (voorlopig) geen gelijke.

Ok, wij staan stapelzot van de nieuwe Porsche 911 (992), hebben ons al kostelijk geamuseerd met de Audi R8, Giulia Quadrifoglio of BMW M8 Competition en lieten ons al snel en luxueus rijden in een BMW X6 M50i maar hoewel we telkens overtuigd waren dat dit de alfamannetjes waren die we in onze garage willen stallen, hebben we er nu eentje die het beste van voorgaande combineert in één…de Audi RS6 Avant!

De RS6, de droomauto van mevrouw des huizes, werd dan ook voor een volledige week met een grote glimlach onthaald. Ondanks deze krachtpatser, door de strenge uitstootnormen, het moet doen met een V8 (waarvan in zuinige modus vier cilinders kunnen worden uitgeschakeld) in plaats van een V10, blijft het een lust om mee te rijden.

De eerste vraag op onze lippen…heeft deze ‘break’ uit Ingolstadt een concurrent? Sinds BMW het vertikt om een BMW M5 Touring uit te brengen is de enige andere wagen in dit segment een andere Duitser, de Mercedes-AMG E63 S Break. Qua grootte zowel boven- als onderhuids quasi identiek. Zelf kunnen we de vergelijking (nog) niet maken daar de mannen van Mercedes-Benz ons nog geen AMG E63 S hebben meegegeven. Al leek onze voorkeur licht in het voordeel van de Audi te vallen, nog voor we ermee gereden hebben.

We beginnen bij het uiterlijk. Qua stoerheid, spierkracht en agressiviteit verdient deze RS6 een dikke 10. De lijnen, brede wielkasten, indrukwekkende 22″ velgen, matrix-ledkoplampen, carbon afgewerkte details en heerlijke diffuser zijn om vingers, duimen, handen en armen van af te likken. Ons testexemplaar kleurde prachtig Tangorood en de keren mensen hun hoofd omdraaiden en een duim omhoog staken, waren op vijf dagen niet te tellen. Rood, de kleur van de liefde? En of iedereen deze Audi graag zag.

Onderhuids vinden we, zoals eerder gezegd, de vierliter V8-biturbo van 600 pk en 800Nm aan koppel. Die motor deelt deze krachtpatser overigens met RS 7 Sportback, de Lamborghini Urus en de de RS Q8, die we later deze zomer eens aan de tand mogen voelen. De motor trekt de straatstenen door de vier wielen uit de grond en spurt als een racket in 3,6 seconden naar 100. Stoppen met versnellen, dat gewoon crescendo loopt, stopt pas na 305 km/u, als je tenminste het Pack RS Dynamic Plus op de optielijst hebt aangevinkt, anders moet je genoegen nemen met 250 km/u. Of we dit getest hebben? Hebben we pasvragen? We kunnen echter wel vertellen dat zelfs bij erg hoge snelheden de RS6 geen krimp gaf en een stabielere en comfortabelere wegligging bleef garanderen dan een andere premiumwagen bij pakweg 150km/u.

Is er dan geen enkel puntje van kritiek? Toch wel! Maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat ze daar zelf niet veel aan kunnen doen. De politieke evenknieën van alle Greta en Anuna’s van deze wereld beslisten namelijk dat er nieuwe emissienormen moesten komen. Zo moesten de ingenieurs op zoek naar brandstofbesparende maatregelen. Die vonden ze onder andere in cilinderuitschakeling, waardoor de V8, waneer je hem niet ten volle benut, ook op vier cilinders kan draaien, en een micro-hybride 48-voltarchitectuur. Zo weet ie zelfs op bepaalde momenten vrij zuinig uit de hoek te komen. Daar wij hem maar vijf dagen ter beschikking hadden, hebben we de ‘Efficiency-modus’ niet echt opgezocht en tikten we af, zoals het hoort met deze krachtpatser, op zo’n 15 liter/100 kilometer. Niet slecht als je weet dat we niet zuinig waren met het gaspedaal op zoek naar een grommende V8…en laat nu dat laatste een heel klein minpuntje zijn.

Het grommen dus…zeker in toeren doet hij het zeker wel en klinkt ie zeker lekker maar het gebrul van een bronstige leeuw op zoek naar zijn vruchtbare leeuwin, die we vroeger in de V10 wel tegenkwamen, is helaas iets voor de geschiedenisboeken. Jammer!

Wel opnieuw een pluspuntje is de heerlijke achttrapsautomaat. Die loopt erg soepel en je voelt amper de overgangen. In normale modus reageert hij niet sneller dan het licht maar als je doorheen de stad aan het cruisen bent, is dat maar best ook. Wil je echter het schapenvacht van deze wolf uitlaten en wel reacties die sneller zijn dan Lucky Luke’s schoten uitlokken, schakel je best de RS-stand (sportstand) in of gebruik je manueel de schakelpeddels. Sneller én plezanter wordt het niet!

En hoe snel je ook gaat, de grip is fenomenaal. Zelfs in regenweer blijft hij als een baas recht, met dank aan de Quattro-vierwielaandrijving die niets aan het toeval overlaat. De grootste test die wij elke wagen tijdens onze road test voorleggen is de oprit van de E34 in Lille opknallen. Feilloos hoe hij zich vastklampt aan het asfalt terwijl de snelheidsmeter de hoogte inschiet. De wetten van de fysica? Daar doet deze RS6 niet aan mee en dat is, zijn gewicht van net boven de twee ton, straffe kost!

Hadden we al verteld dat dit in feite ook een gezinswagen is? Met het hele gezin, inclusief een pak koffers richting Zuiden of de bergen voor een skitrip? Geen enkel probleem. Lange ritten zijn erg comfortabel, met dank aan de luchtvering en de gestuurde schokdempers, en het hele gezin heeft speelgoed genoeg aan boord om zich bezig te houden. De lijst aan technische snufjes en infotainment zijn dan ook eindeloos. Alles is ook erg makkelijk te bedienen en om te navigeren door het hele systeem hoef je zelfs niet gestudeerd te hebben. Mensen met een chronische kuisziekte raden we wel een poetsdoekje aan want na wat spelen met het touchscreen staat het vol vettige vingers, al kan dat ook wel aan ons en de verplichte stop bij de drive-in van Burger King gelegen hebben.

De prijs van al dat lekkers? Een RS6 verandert van eigenaar vanaf 122.870 euro, al moeten we er al snel bij vertellen dat je daar niet ver mee komt. Ons testmodel, volledig uitgerust, tikte af op dik 176.000 euro. En dan staat hij natuurlijk nog ‘plaatloos’ in de garage. De ‘bandieterige’ BIV (inschrijvingstaks) in Vlaanderen kost je nog eens 11.000 euro (slechts 5.000 euro in Brussel) en uiteraard staat mijnheer de fiscus elk jaar met open handen je nog eens 2.750 euro    lichter te maken. Tel daar de plaatselijke taksen nog bij (10% en dikwijls nog een extra taks omwille van de hogere CO2-uitstoot) en je weet waarvoor je kan gaan werken.

Maar is deze RS6 dat allemaal waard? Eén sluitend antwoord! JA!

Met dank voor de foto’s na een heerlijk dagje toeren : Frederik Herregods

 

You May Also Like

Deze modellen schitteren in de nieuwe Pirelli-kalender

Een mooie reeks muzes  Het nieuwe jaar komt eraan en dan beginnen de eerste ...

‘C’était un Rendez-Vous’ met Charles Leclerc is gelanceerd

Met de snelheid van een Ferrari SF90 Stradale… Het heeft niet lang geduurd dat ...